Corderius College

Leaphy op Koningsdag

1 mei 2019

Op Koningsdag 2019 was de stichting Leaphy aanwezig in Amersfoort om het koninklijk huis mee te nemen in de ontwikkeling van Leaphy: het robotje in de vorm van een blaadje. Dit robotje is bedacht en ontwikkeld door twee oud-leerlingen van het Corderius College, vanuit een opdracht van docent Olivier van Beekum. Aan het koninklijk huis werd laten zien hoe we verbinding leggen vanuit dit project naar basisscholen en naar het beroepsonderwijs. Hieronder een mooi artikel wat in het NRC heeft gestaan.

Een robot als een blaadje voor iedere leerling

Bouw een betaalbare robot voor het onderwijs. Die opdracht gaf docent Olivier van Beekum van het Corderius College in Amersfoort enkele jaren geleden in zijn les over robotica. Van Beekum wil dat elke leerling in Nederland, zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs, zijn eigen robot in elkaar kan zetten.

Twee leerlingen die destijds in 4vwo zaten, kwamen met een bijzonder ontwerp. Waar alle andere scholieren robots ontwierpen die er uitzagen als vierkante doosjes, bedachten Vroukje en Hannah een robot die er snel uitziet en ronde vormen heeft. Met een lasersnijder maakten ze een houten romp in de vorm van een blad van een boom. Ze voegden er een goedkoop minicomputertje van Arduino Uno aan toe, twee elektromotoren, enkele sensoren en twee wielen. Zo kwam het rondrijdende robotje Leaphy ter wereld.

Leaphy kan bijvoorbeeld een lijn op de grond volgen, lichtbronnen opzoeken en op geluid reageren. Maar voeg er andere sensoren aan toe, of programmeer het robotbrein iets anders, en de mogelijkheden zijn eindeloos. „Door het zelf bouwen van een robot raak je bekend met wat een robot precies is en kun je er beter over nadenken”, zei Vroukje er twee jaar geleden over.

Tinkeren

Beide makers studeren inmiddels aan de universiteit en Van Beekum richtte eind 2017 de Stichting Leaphy op om zijn droom van robotica voor iedereen te verwezenlijken. „Bij robots in het onderwijs loop je vaak tegen drie problemen aan”, vertelt hij. „Ze zijn te duur, de software is ontoegankelijk en het ontbreekt aan goed lesmateriaal. Robots van Lego Mindstorms vind ik prachtig, maar ze kosten een paar honderd euro. Leaphy kost nu zo’n vijftig euro, werkt met open source-software van Scratch en open hardware van Arduino Uno. Leaphy is bedoeld om mee te ‘tinkeren’.”

En dat tinkeren, spelend leren met gereedschappen en materialen, doen leerlingen. In plaats van de afstandssensor horizontaal te laten kijken, kantelde een leerling de sensor een keer omhoog. Ineens kon hij Leaphy besturen door zijn hand boven de robot op en neer te bewegen. Hannah en Vroukje  fantaseerden over een treintje van Leaphy’s die achter elkaar kunnen rijden en met elkaar kunnen communiceren, een toekomstvisie die ontwerpers van zelfrijdende auto’s ook voor zich zien.

Mensen samenbrengen

Geholpen door 25 vrijwilligers werkte de Stichting Leaphy het afgelopen jaar samen met zo’n tien middelbare scholen en twintig basisscholen. „Mede-bestuurslid Roeland Smith ontwikkelde lesboeken en nu ons concept zich heeft bewezen, zijn we klaar om Leaphy landelijk aan te bieden”, zegt Van Beekum. „We hebben aparte lespakketten gemaakt voor primair en voortgezet onderwijs en we organiseren maandelijks workshops voor docenten. Daarin besteden we ook aandacht aan de vraag hoe je een groep leerlingen vormt die zelf les gaat geven aan andere leerlingen.”

Dat laatste, peer-to-peer-onderwijs, vindt Van Beekum een essentieel onderdeel van zijn filosofie. En niet alleen omdat er een structureel tekort is aan docenten informatica. „Het robotje is een middel om mensen samen te brengen. Ik heb leerlingen meegemaakt die van zichzelf weinig met techniek hadden, maar die heel graag dingen uitleggen aan anderen. Dat is volgens mij ook een belangrijke reden dat bij de groep scholieren die zelf lesgeeft de verhouding jongens-meisjes ongeveer vijftig-vijftig is. Het bouwen van het robotje is ook helemaal niet moeilijk. En leren programmeren ook niet. Een programmeertaal is ook maar een taal, net als Engels of Duits.”

Van Beekum geniet wanneer hij ziet hoe het werken met Leaphy kinderen een duw in de rug geeft in hun ontwikkeling. „Zelfs in de zomervakantie kreeg ik berichtjes van leerlingen die nog bezig waren met het programmeren van Leaphy en een vraag hadden. En een paar maanden geleden was ik een ochtend bezig om leerlingen van vmbo-3 voor te bereiden op het begeleiden van vmbo-2-leerlingen. ’s Middags hadden ze nog een paar lessen en eigenlijk waren ze om drie uur vrij. Maar na de laatste les kwamen ze naar me toe: ‘Mogen we nog even verder gaan met Leaphy?’”

 

Bron: www.nrc.nl,  Auteur: Bennie Mols

 

Nieuws